Haar Leven en Werk

Nieuwe

beelden

voorwoord

In de recensie van een van haar eerste exposities in Galerie Vlas (1980 Heythuysen, Limburg) wordt Else geciteerd. ‘Ik werk zonder vooraf bepaald einddoel, onder mijn handen groeien… vergroeien… misgroeien… vernieuwen de werkstukken zich.’

Het zijn recodificaties, verkenningen. Steeds opnieuw zoekt zij naar essenties die het bestaan duiden.

Wat maakt bijvoorbeeld dat een kind een kip tekent zoals een volwassene niet meer kan en dat de 7-jarige Xavier zo blij en onbevangen met een stok zijn wiel laat draaien?

Ogen die het hart opvoeden en andersom. Onomwonden, puur.

Wat is er in de mens gevaren dat we die onbevangenheid kwijt dreigen te raken en we zo ontvankelijk worden voor clichés? Als kunstenaar heeft Else haar handen vol om daar nieuwe beelden voor te scheppen.

Deze momenten van inzicht legt ze vast in haar kunst, waarbij interactie een grote rol speelt. Haar hele artistieke leven was een zoektocht naar leven en overleven in enge en brede zin, waarbij ze altijd van een zekere chaos naar het resultaat werkt.

Deze expositie is een blijk van dat inzicht. Zo is de weg tevens de bestemming geworden.

Hanneke Stuart
Else aan het werk

Foto Astrid Kommers

Een leven als

kunstenaar

In haar 71ste levensjaar, een mijlpaal, heeft Else Kommers (1951) besloten een selectie van haar werk te exposeren* en haar leven als kunstenaar vast te leggen in dit Art Magazine.

Buurjongen John
(gemaakt terug in Engeland o.i.v. Cavanagh)
olieverf op board, 52 x 60 cm, 1970

In haar jonge jaren waren er enkele tekenen die er op wezen dat Else later zo bezield in het kunstenaarschap zou komen te staan. Ze was een jaar of zeven, er was een tekenwedstrijd op school. Ze maakte iets met vilt, een bruggetje over water, een huis en een eendje. Ze was er zelf heel gelukkig mee, maar herinnert zich dat er niemand oog had voor haar creatie, voor haar de allermooiste. Het maakte haar niet uit, want zij vond het prachtig. Ook de verfspulletjes die ze kreeg voor haar verjaardag. Ze tekende bv. kerstkaarten in de stilte op zolder, terwijl de rest van het gezin van acht kinderen beneden televisie keek. En de keer dat een vijf jaar oudere zus haar als 10-jarig meisje vroeg een opdracht voor haar, voor de tekenles op de middelbare school, te maken. Met groot plezier en veel impulsiviteit sneed ze uit hout een vrouwfiguur met de armen wijd uitgespreid. Haar zus gaf haar het gevoel dat ze er trots op was. Later, toen zij deze herinnering samen ophaalden, vertrouwde die haar toe dat ze er wel een onvoldoende voor kreeg. Mooi dat haar zus haar dat nooit verteld heeft en haar in het zelfvertrouwen liet genieten. Op de middelbare school maakte ze een portret van haar vriendin, in een paar lijnen en felle kleuren, waar ze zelf blij mee was, maar die nauwelijks op waardering van de docent kon rekenen. Een uitgesproken hint kwam van de leraar Latijn, die haar zei dat ze maar

tekst gaat verder na volgende pagina

c

Een paar jaar geleden stond ik op het station in Tilburg en zag aan de overkant het grote herenhuis weer, waar ik september 1970 op kamers woonde. Daar had ik mijn eerste stappen gezet op weg naar het kunstenaarschap.

Ik maakte vanaf die plek met mijn telefoon er een foto van. Op de afdruk bleek in een grijze en modderige omgeving een vrouw, alleen in beeld, de straat over te steken met een merkwaardig licht van boven, omdat ik per ongeluk mijn vingers gedeeltelijk voor het camera-oog had gehouden. In feite kan ik het niet beter verbeelden: alsof ik nog steeds een weg oversteek.

Tekst: Else Kommers

Dit wil ik!
Kunst!

naar de tekenacademie moest gaan, omdat ze altijd krabbelde in de kantlijn. Ze nam het op als een plagerijtje, ze kon goed leren en dat was het enige dat er toe leek te doen. Maar zo vanaf haar 15e bleek de leerstof haar totaal niet meer te boeien, een gevoel, dat sterker en sterker werd. Het vooruitzicht dat ze ‘vrij’ zou zijn als ze eenmaal haar diploma had, was echter de beweegreden om de school succesvol en snel af te ronden.

Au-pair
Omdat ze nog niet wist wat ze daarna moest met die vrijheid ging ze als au-pair naar Engeland, naar Manchester. Ze vraagt zich nu af of ze geluk had ‘maar’ een meisje te zijn; voor jongens lag de druk veel hoger een plaats te verwerven op de maatschappelijke ladder. Bovendien was ze de vierde in het gezin, waar een oudere broer en zussen al de weg hadden bereid. Haar ouders uit het middenklassegezin legden geen druk om dan maar te gaan werken. Ze voelde zich vrij haar hart te volgen. Zo vertrok ze naar Engeland met één schilderijtje in haar koffer. De moeder in het au-pair gezin zag haar talent en stimuleerde haar op de vrije ochtend een schildercursus te volgen in een buurthuis. Ze kwam op portretschilderen bij John Cavanagh. Hij bracht haar in contact met het modellenwerk op academies en liet haar van Matisse Portret van Mevrouw Matisse zien. Even stond alles stil, Else zag een wereld met licht, lucht en ruimte en wist: dit wil ik! Kunst!

Tilburg
Het au-pair zijn hield ze niet lang vol, ondanks dat ze nu wist wat ze wilde. In de aanloop naar de lerarenopleiding MO tekenen in Tilburg maakte
Zonder Titel
olieverf op papier, 60 x 50 cm, 1972
eerste schilderij op de academie in Den Bosch
ze een aquarel waarin ze het woord schizofrenie gebruikte, zonder dat ze wist wat dat precies inhield en zonder besef van een mogelijk psychische disfunctie die later zo’n grote rol zou spelen in haar leven. Het was een gevoel van vervreemding, los te staan van werkelijk contact. Onbewust legt ze dat visionaire in haar werk.

De eenzaamheid van op kamers wonen met nog zo weinig levenservaring viel haar zwaar, ook al ervoer ze de rijkdom en het licht van de vrijheid haar weg te mogen gaan. Al gauw vond ze het systeem op de opleiding te schools; het deed haar teveel denken aan de middelbare school. Opdrachten waar ze met veel gevoel aan had gewerkt werden lauw ontvangen. Theorievakken benauwden haar en er was geen ruimte voor haar zoekende geest. Via modellenwerk, dat ze ernaast deed, op de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch, leerde ze Ruud kennen, waar ze verkering mee kreeg. Ze zou nog veel moeten leren, realiseert ze zich nu, niet in de laatste plaats over relaties.

Enig overgebleven fotootje van een serie
olieverf op papier, 1972, later verwerkt in
Brandende Braamstruik
Zonder Titel
olieverf op papier, 60 x 50 cm, 1972
eerste schilderij op de academie in Den Bosch
Vrij schilderen
In het tweede jaar maakte ze de overstap naar de academie in Den Bosch, omdat ze in Tilburg geen aansluiting meer vond. Ondanks de twijfel van haar vader, hoe moest ze dan later haar brood verdienen, ging hij mee in het vertrouwen dat haar moeder wel had. Zoals zoveel jong volwassenen had ze nog een aantal jaren nodig om te beseffen dat ze gezegend was met zulke zachtaardige ouders en uitte ze toen geregeld kritiek. Het zou nog een lange weg zijn om door te krijgen hoe ze echt contact kon maken. Een proces dat haar mateloos boeit en verblijdt.

Op de academie in Den Bosch ging ze studeren op de afdeling vrij schilderen. Ze kreeg een sterke band met docent Edgar Fernhout, zoon van Charlie Toorop, en er volgden vele gesprekken met hem. Ze maakte er haar eerste schilderij met olieverf op papier. Onbewust schilderde ze die kern van licht. Dit werk is nog steeds in haar bezit.
Daarna maakte ze een serie, ook olieverf op papier, waarvan ze niets meer heeft. Van een van die werken heeft ze nog wel een foto die ze in 2018 verwerkt heeft in een zelfportret en in het werk Brandende Braamstruik.

Enig overgebleven fotootje van een serie
olieverf op papier, 1972, later verwerkt in
Brandende Braamstruik
Brandende Braamstruik
gemengde techniek, acryl op board
60 x 36 cm, 2018
Blij met een dak boven hun hoofd

Naast het schilderen bezocht ze ook regelmatig de grafische afdeling. Hier maakte ze een serie etsen. In die tijd werd ze gekweld door zware depressies, die ze zelf benoemde als ‘het zwarte water’ en die haar tot wanhoop dreven. Ze belandde met een overdosis antidepressiva bij de eerste hulp, waar haar maag werd leeggepompt. Het leven ging gewoon door.

Naar Maastricht
Op een druilerige maandag hoorde ze dat haar favoriete docent Fernhout plotseling was overleden. Een enorme klap. Ze zocht haar toevlucht bij medestudent Murat. Onder zijn invloed ging Else heel ander werk maken, kleiner en veel gedetailleerder. Ger Lataster, de opvolger van Fernhout, was fel tegen die stijl en in het eindexamenjaar zakte ze. Samen met Murat vertrok ze naar de Jan van Eyck Academie in Maastricht. Zij werd er aangenomen op voorwaarde dat ze het jaar erop weer examen zou doen in Den Bosch. De twee hasjrokende kunstenaars, waarvan één een buitenlander vonden moeilijk huisvesting en belandden tenslotte in een huisje zonder toilet en met alleen een kraantje koud water zonder afvoer. Het deerde hen niet; ze waren blij met het dak boven hun hoofd. Met haar gedetailleerde stijl hadden de professoren in Maastricht geen moeite. Na een half jaar echter werd ze zwaar psychotisch. Ze zwierf in onderjurk door de stad, fietste in de ochtend naar vriendin Jenne en knipte bij haar in de badkamer haar haar tot op de millimeter af. Jenne ging met haar mee terug naar Murat, om hem te waarschuwen dat er echt iets gruwelijk mis was. Hij had geen tijd, moest tekenen. Iets wat haar ondanks haar toestand duidelijk maakte dat ze daar niet terug naar toe moest. Jenne belde haar ouders, die haar op kwamen halen en Else werd opgenomen in psychiatrisch ziekenhuis Vrederust in Bergen op Zoom.

Ze verbleef er drie maanden. Waande zich aanvankelijk dood, dwalend in de onderwereld zoals de Griekse mythologie die beschrijft, dacht dat ze alleen was op een rottende aarde en al dat rottende vlees op moest eten. Hoe gruwelijk ook, ze moest met spuitjes bijgebracht worden, het is een belangrijk keerpunt in haar leven. Ze kan nu niet anders dan dankbaar zijn dat het haar op de goede weg heeft gezet. Ook al bleek die weg lang.

Ze brak geheel met het gebruik van hasj en zag nooit meer ‘het zwarte water’. Er kwam een enorme strijdbare kracht voor in de plaats, ze moest de wereld, de chaos, in alle oprechtheid aangaan, hoezeer ze daar af en toe ook mee worstelde. Ze ging terug naar de Jan van Eyck Academie, kwam te wonen bij een jong stel, Annemie en Ronald, dat een macrobiotisch restaurant en winkel opzette in Maastricht. Na aanvankelijk nog twee litho’s gemaakt te hebben in die gedetailleerde stijl, wilde ze de beslotenheid van de afgelopen twee jaren doorbreken en plaatste een oproep voor alle studenten van de academie voor een bijdrage aan een boek over Mens-Samenleving (1977), te drukken op de academie zelf.

Zonder Titel
ets, 8 x 10,5 cm, 1972
Uit de serie etsen

ets, 11,5 x 15 cm, 1972

Vindt Van Verre Haar Weg
aquarel, 10,5 x 15 cm, 1975
Krantenartikel boek “Vijfkoppen”
1977
Krantenartikel boek “Vijfkoppen”
1977
Krantenartikel boek “Vijfkoppen”
1977

Menigeen vond het een mooi initiatief, maar geloofde niet dat het boek er zou komen. Het kwam er wel! Vijfkoppen.

Op de Jan van Eyck kon je in welke techniek dan ook, je ideeën ten uitvoer brengen. Zeefdruk, fotografie, video, het was een mekka voor haar. In werkmeester Bon van de Langerijt vond ze hierbij veel steun. Samen maakten ze de eerste kleurendrukken van werk van Else uit 1974. Ze kreeg ook opnieuw verkering, met Hardi, te gast uit Indonesië, die na enige tijd weer terug zou gaan. Op de Documenta in Kassel, ontmoette ze Joseph Beuys, Klaus Staeck en Nam June Paik. Onder deze invloeden maakte ze een serie ansichtkaarten, waarvan melding wordt gemaakt in Drs. Natasha Bar’s Nieuw Handboek voor de Kunstgeschiedenis: Kunst na 1945. Else wordt vermeld onder het hoofdstuk: Europa, Protest- en Feministische (emancipatie-) Kunst.

Vermelding in Nieuw Handboek Voor
De Kunstgeschiedenis, Kunst na ’45

1977

Krantenartikel boek “Vijfkoppen”
1977
Krantenartikel boek “Vijfkoppen”
1977
Vermelding in Nieuw Handboek Voor
De Kunstgeschiedenis, Kunst na ’45
1977
Golfbrekers
gescheurd karton met gouache, 5,5 x 4,5 cm
(latere zelf-geproduceerde kleurendruk
van werk uit 1974)

Innerlijke kracht
Terwijl het begrip feministische kunst valt, komt het beeld van de uit hout gesneden vrouwfiguur voor de opdracht van haar zus op de middelbare school ineens weer naar boven. Het is de overwinning, een nieuw tijdperk, een link met de vrouw Marianne (zoals haar zus toevallig ook heet), op het schilderij De Vrijheid leidt het Volk van Eugene Delacroix. De vrouw die vrijheid symboliseert. Dat straalde het beeldje dat zij sneed ook uit, maar met een kinderlijke expressie, zoals volwassenen dat niet kunnen. Aan de lerares van haar zus, die er dus een onvoldoende voor gaf, was de Cobrabeweging met Karel Appel waarschijnlijk voorbij gegaan.

Golfbrekers
gescheurd karton met gouache, 5,5 x 4,5 cm
(latere zelf-geproduceerde kleurendruk
van werk uit 1974)
Vermelding in Nieuw Handboek Voor
De Kunstgeschiedenis, Kunst na ’45

1977

Ineens zag Else dit verband.

Om de kansen op het verdienen van haar brood later te vergroten volgde Else de avondcursus LO-tekenen. Ze zakte echter voor het examen. Toen ze onlangs de quote tegenkwam: ‘You will never forget a person who came to you with a torch in the dark’, dacht ze in de eerste plaats aan Fernhout, maar ook aan die ene man in de examencommissie die zoveel potentie in haar zag. Ze zaten met drie afgewezenen voor de theorievakken tegenover die commissie. In haar verweer haalde Else het boek Ontscholing van de maatschappij van Ivan Illich aan, over de creativiteit van leren. Dat boeide haar meer dan de theorie over de koppoter.

Het commissielid was geraakt door haar woorden en drukte haar op het hart om vooral dóór te gaan.

Else is er later wel genuanceerder over gaan denken toen ze vrijwillig les ging geven op de Montessorischool van haar dochter. Zo eenvoudig was dat nog niet en ze voelde zich niet bekwaam genoeg. Hoewel ze er ook leuke dingen voor elkaar kreeg.

Aan de belofte dat ze opnieuw examen zou doen in Den Bosch terwijl ze op de academie in Maastricht zat, kon ze dat jaar niet voldoen, omdat ze net terug was van het drie maanden durend verblijf in het psychiatrisch ziekenhuis Vrederust. Het jaar erop echter reisde ze met

Nooit bewust met feminisme beziggehouden

werk uit verschillende periodes per trein naar Den Bosch om dat examen te doen. Tot haar verbazing werd ze weer afgewezen. Ten overstaan van een tienkoppige commissie werd haar te verstaan gegeven waarom. Zij kon zich verdedigen, haar innerlijke kracht begon het te winnen van de onzekerheid van de vervreemding. De enige vrouw in de commissie zei daarop echter als laatste redmiddel, dat ze geen inzet had. Else was verbijsterd. Als ze iets had, was het inzet. De kortzichtigheid van de commissie raakte haar diep.

Het was een hele shock voor haar dat ze weer zakte. Ze miste Fernhout om voor haar op te komen en zijn vervanger Lataster was niet gecharmeerd van de in verhouding korte periode dat ze dat gedetailleerde werk maakte. Het was hem blijkbaar zo’n gruwel dat hij de rest niet meer zag. Of was het werk daarna te modern voor hem. Hij sleepte in elk geval iedereen mee. Het maakte dat zij een schilderij uit die periode verknipte. Ko Sarneel, haar begeleider op de Jan van Eyck zei slechts: ‘Ze hadden ook naar onze mening kunnen informeren’. Daarmee was de kous af en kon ze doorwerken. Het heeft haar uiteindelijk niet belemmerd.

Laatste jaar
Van september ’77 tot zomer ’78 zat zij voor het laatste jaar op de academie in Maastricht. Hardi was terug naar Indonesië, zijn beurs was gestopt. Zij zou volgen, maar dat is er nooit van gekomen. Waarschijnlijk had ze het er ook niet lang volgehouden, gezien haar worsteling met psychosen en manieën die eind ’78 terug kwamen. Ondanks haar vermelding in het hoofdstuk Protest- en Feministische (emancipatie-) Kunst heeft ze zich nooit bewust met feminisme of protest bezig gehouden. Elke drijfveer was haar zoektocht naar hoe ze mens wilde zijn en wat menszijn zoal met zich meebrengt. In dat laatste jaar las zij een bericht in de krant over de neutronenbom, die mensen kon verwoesten en gebouwen zou laten staan. Dat raakte haar diep door de absurditeit ervan en zij maakte er twee bewerkte foto’s van op posterformaat, waarvan ze dan weer ansichtkaarten maakte.

Zo kwam ze met de landelijke beweging Stop de Neutronenbom in aanraking. Else organiseerde een manifestatie in Maastricht en een tentoonstelling met werk van o.a. kunstenaar Pieter Defesche. En toen kwam het idee voor een videofilm. Met twee medestudenten heeft zij er maandenlang aan gewerkt. De montage deden ze tenslotte in een studio in Amsterdam. De apparatuur daarvoor was toen in Maastricht namelijk nog niet aanwezig. Met veel inspanningen, vooral van haar kant, kwam de video er.

Na Jan van Eyck
Op de Jan van Eyck kon je maximaal drie jaar verblijven. Die tijd was om. Zij hield nog een speech bij het uitreiken van de getuigschriften Negativiteit kan een gebrek aan inzicht zijn en dat was het. Ze kon niet meer bij Ronald en Annemie, net over de grens in België, blijven wonen en kreeg een kamer in een huisje in Maastricht toegewezen, waar ook een studente aan het conservatorium een kamer had. Er was alleen koud water en een toilet buiten. Toen kwam het gat, want in dit eenvoudige kamertje met alleen bed, stoel en kachel, wist ze niet wat voor werk ze wilde maken zonder al die luxe apparatuur en materialen die op de academie in overvloed aanwezig waren. Ze kwam opnieuw in een psychose terecht, maar dankzij het adequate ingrijpen van de huisarts van haar ouders was ze snel hersteld. Ze begon aan een stage in het psychiatrisch ziekenhuis Vijverdal in Maastricht.

Daarnaast volgde ze balletles in Maastricht bij Catherina, een zeer talentvolle ballerina die noodgedwongen door een enkelblessure een stap terug moest doen in haar carrière. Else vertelde haar dat ze stage liep in het psychiatrisch ziekenhuis aldaar. ‘O’, zei ze, ‘dan ken je misschien mijn broer Gerard wel, die is daar opgenomen’. De eerstvolgende keer op de creatieve therapie zag ze een jonge man tekenen. Ze herkende in hem wel iets van Catherina en vroeg dus: ‘Ben jij Gerard?’. Het was alsof hij door de bliksem terug op aarde werd gezet. Ja, hij was Gerard en ze zaten meteen op één lijn. Al snel kwam Else weer in een psychose terecht, dit maal een heftige. Haar huisgenote belde haar zussen in Amsterdam. Die haalden haar op en probeerden haar liefdevol op te vangen. De psychose was echter hardnekkig en ze werd opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis in Amersfoort. Twijfel overheerste: zou ze niet beter gaan studeren in plaats van kunstenaar zijn? Ze knapte na een paar maanden weer op, niet in het minst door het geduld en de liefde van haar ouders, en vertrok in de zomer van 1979 terug naar Maastricht.

Toen ze daar de eerste ochtend op haar matras op de grond wakker werd, pakte ze spontaan kleurpotloden. Ze ging een nieuwe periode in: toch kunstenaar. En ze trof daar Gerard weer. Ze kregen een relatie. Gerard Schilstra (1949 – 1991) was ook kunstenaar. Ze herinnert zich een prachtig schilderij van hem, een houten plaat die hij aan weerszijden beschilderd had, met veel blauw. Hij had er een tegeltje (gevonden in Maastricht, de stad van Mosa en Sphinx) met geel bloemmotief en gat

Zonder Titel psychotische belevenis
potloodtekening, 34 x 18 cm, 1978
Zonder Titel toch kunstenaar
kleurpotlood, 15 x 9,5 cm, zomer 1979
Zonder Titel toch kunstenaar
kleurpotlood, 15 x 9,5 cm, zomer 1979
In De Roos
aquarel, 16 x 12 cm, 1979
Dochter Breghje geboren
1980

in het midden, opgeschroefd. Voor haar! Het was iets symbolisch, haar geest als een gele bloem. Deze symboliek kende ze uit haar eigen psychosen en dat zou blijvend invloed op haar hebben.

Zwanger
Ze raakte zwanger, was blij verrast, maar het was ook naïef en onverantwoordelijk, gezien hun beider labiliteit. Het enige verstandige was, dat ze besloot vlakbij haar ouders te gaan wonen, terug naar Bergen op Zoom. Ze kreeg een flatje, was helemaal boven Jan, want ze had nog nooit een echte woning gehad. Ze maakte intussen aquarellen, kreeg een expositie in Galerie Vlas, Limburg, waar ze met hun prachtige, pasgeboren dochtertje Breghje, haar werk heenbracht en veel verkocht. Helaas speelden de psychosen weer op en haar familie greep gelukkig in. Na rijp beraad werd besloten dat ze in langdurige therapie zou gaan. Haar ouders ‘adopteerden’ Breghje voor twee jaar; ook Gerard kon immers niet voor haar zorgen.

Keerpunt
Dit werd weer een keerpunt, ze was 31 intussen. Door de week verbleef ze in het psychiatrisch ziekenhuis Vrederust, in het weekend bij haar ouders en Breghje. Ze ontdekt hoe belangrijk mensen voor haar zijn en op de creatieve therapie bloeit ze helemaal op. Ze heeft er, met volop materiaal aanwezig, spontaan een hele serie werken gemaakt, waarmee ze in 1984 een geslaagde expositie had in Etcetera, Bergen op Zoom, samen met keramiste Marian van der Molen. Terug op haar flatje maakte ze ook verschillende werken, zoals Mijn Kader Is Te Klein. Ze haalde inspiratie uit de omgang met andere mensen en verdiepte zich in bijbelkennis, waarvan ze nog steeds dankbaar en vruchtbaar creatief gebruik maakt.

In De Roos
aquarel, 16 x 12 cm, 1979
Dochter Breghje geboren
1980
Windvlaag
olieverf op board, 90 x 85 cm
gemaakt in Vrederust 1983
Zonder Titel
gouache, 70 x 50 cm
gemaakt in Vrederust 1983
Mijn Kader is te klein
olieverf op board, 90 x 90 cm, 1986
Jacuba, Marokkaans Meisje
gouache, 60 x 90 cm, 1988
Verlangen
kleurpotlood, 34,5 x 28 cm, 1993

Na een zevental jaren liep de relatie met Gerard stuk. Ze verhuisde met haar dochter naar een nieuwe buurt en ontmoette daar Xavier Tamata, uit Congo. Ze trouwden in 1989. Else had dat jaar een expositie op Vrederust en gaf er zelfs een kleine gedichtenbundel uit. In december 1990 kreeg Breghje een broertje, Abel. Drie jaar later gingen Xavier en Else apart wonen.

Tijdens Abels eerste levensjaren had ze weinig mogelijkheden om te schilderen. Ze zat vaak met hem aan tafel te krassen. Op het moment dat zij er mogelijkheden in zag, legde ze het opzij om later uit te werken. Meestal met kleurpotlood; dat is praktisch om meteen mee te stoppen als je afgeleid wordt. Zo zijn er enkele werken ontstaan, waarvan een in het groot uitgewerkt, jaren later met haar tekenclubs. Want om te participeren ging ze tekenles geven in buurthuis Ons Bergen. Dat heeft ze ruim 20 jaar gedaan. Daar heeft ze met cursisten dus het werk Verlangen uitvergroot en een ander gezamenlijk werk gemaakt Meer Gezichten, Meer Inzichten. Deze werken hangen in Wijkcentrum De Korenaere (voorheen Ons Bergen).

Zoon Abel geboren
1990
Verlangen
project met cursisten
acryl en olieverf op doek, 150 x 120 cm, 2004
Betrokkenheid bij de buurt, temidden van de jeugd
2004, Else met de jongens van de buurt bij het artikel in “Soomland Signaal”, dit artikel is speciaal voor deze gelegenheid ook in het Arabisch en Turks vertaald
Betrokkenheid bij de buurt, temidden van de jeugd
2004, Else met de jongens van de buurt bij het artikel in “Soomland Signaal”, dit artikel is speciaal voor deze gelegenheid ook in het Arabisch en Turks vertaald
Krantenartikel over film buurt “De Leguyt”
2004, Jongeren uit de Wijk Oost tijdens de filmopnames onder leiding van Else Kommers

Multi-Culti-Crea
Door haar kinderen raakte Else betrokken bij de multiculturele buurt waarin zij woonden. Ze regelde picknicks, waarvan ze samen met een kennis onder haar regie zelfs een filmpje maakte van 15 minuten. Ze sloot zich aan bij de buurtcommissie en zo kwam er o.a. ook een voetbaltoernooi.

Haar dochter organiseerde hiphop-party’s in Bergen op Zoom en in 2002 een multicultureel festival op de Grote Markt. Of Else de crea-hoek wilde doen, vrijwillig uiteraard. Ze had al haar vriendinnen en kennissen gemotiveerd om een rondje crea-tafels te ontwerpen en te organiseren. Het ging dat jaar echter niet door en om niet zoveel werk en enthousiasme teniet te doen, boden zij zich aan op Ravelijndag. Het werd een succes. Het jaar daarop ging het festival wel door. Met Alison en Chella besloten zij een stichting te worden om met subsidie als Multi-Culti-Crea hun crea-tafels een paar keer per jaar uit te stallen op diverse gelegenheden in Bergen op Zoom.

Workshop Multi-Culti-Crea op de Grote Markt in Bergen op Zoom
2003
Workshop Multi-Culti-Crea op Ravelijndag
Papier-maché-mens, 2005
Er wordt geschilderd aan Vier
Windstreken in de buurt De Leguyt

2014

Vier Windstreken wordt opgehangen
olieverf op paneel, 120 x 120 cm, 2020
Schilderijen gemaakt tijdens workshops
Multi-Culti-Crea door allerlei deelnemers
2 delen van 150 x 90 cm, 2006

Else deed uiteraard schilderen. Vanuit haar ervaring kwam ze erop uit om van een ontwerp met multiculturele motieven en symbolen vrij grote schilderijen door allerlei mensen in kleur te laten zetten. Uit die periode hangen er twee werken in de Korenaere. Verder ontstonden zo de Vier Windstreken, vier panelen die in haar buurt De Leguyt aan de muur geplaatst zijn. Van exposeren kwam niet veel meer, behalve een enkele keer met de tekenclubs. Eind 2007 eindigden ze Multi-Culti-Crea na vijf succesvolle en leerzame jaren.

In 2009 werd haar eerste kleinzoon geboren en begon Else veel te reizen. Naar Almere, om op te passen, naar Eindhoven, naar zoon Abel, naar Groningen waarheen Abel verhuisde en naar Delft, voor de zorg voor haar moeder. In het statement van Van Gogh: Niets is kunstzinniger dan liefde voor de mensen, en in dat van Multatuli: De roeping van de mens is mens te zijn, herkent zij ook haar drijfveer. Statements die ze enkele keren verwerkt in schilderijen die zij na Multi-Culti-Crea maakte.

Grateful
gemengde techniek, acryl op board, 60 x 44 cm, 2014
‘Haar altijd aanwezige drang
om te creëren…’
Abel… Leopard
gemengde techniek, acryl op doek,
60 x 80 cm 2008

In 2016, Else is dan 65 jaar, gaat ze met pensioen, waardoor ze het laatste levensjaar van haar moeder zoveel mogelijk bij haar kan zijn. Wat betreft haar altijd aanwezige drang om te creëren ontstaat na aanvankelijk wat zoeken, een periode waarin ze zich laat inspireren door ervaringen die haar raken, meestal door een stroom van Toeval. Soms in een manie (altijd wel een à twee keer per jaar), zoals in een storm waarin zij zich op straat begaf en er van alle kanten papier op haar af kwam waaien en zij dat vertaalde als materiaal voor haar. Alles heeft dan verband, Connections beyond us. Een hele serie werken is zo met passie

In 2016, Else is dan 65 jaar, gaat ze met pensioen, waardoor ze het laatste levensjaar van haar moeder zoveel mogelijk bij haar kan zijn. Wat betreft haar altijd aanwezige drang om te creëren ontstaat na aanvankelijk wat zoeken, een periode waarin ze zich laat inspireren door ervaringen die haar raken, meestal door een stroom van Toeval. Soms in een manie (altijd wel een à twee keer per jaar), zoals in een storm waarin zij zich op straat begaf en er van alle kanten papier op haar af kwam waaien en zij dat vertaalde als materiaal voor haar. Alles heeft dan verband, Connections beyond us. Een hele serie werken is zo met passie ontstaan, waarbij zij het materiaal op vrije wijze hanteert.

Dankbaar
Het voelt alsof ze alles gezegd heeft wat ze wilde en moest zeggen. Dit is dan ook het moment waarop ze naar buiten wil treden, met dit magazine en in een expositie. Ze prikt een datum begin 2021. Zij is 70 jaar, haar dochter 40, haar zoon 30 en samen zijn die ook drie maanden lang 70. Een magisch getal 10 keer 7 … Misschien is het eenmalig, ze weet het niet, maar dat is nu niet belangrijk. Ze ervaart erkenning als een zeer relatief gegeven, iets dat ze niet nastreeft.

Else vindt dat ze altijd ruimte en gunstige omstandigheden heeft gehad om haar weg te gaan. Ook al lijkt het moeten omgaan met psychosen en manieën iets negatiefs, zo ervaart zij dat niet. Door haar psychische ziekte en het moederschap, ze was 29 toen haar dochter Breghje geboren werd, kwam ze in de sociale dienst. Ze heeft altijd tegenprestaties geleverd, zoals lesgeven op de school van haar dochter en later in het buurthuis. Ze deed sociale kunstprojecten met grote betrokkenheid tot de buurt waar ze woont. Zo had ze een basisinkomen en kon ze kunstenaar zijn.

Ze is dankbaar.

ontstaan, waarbij zij het materiaal op vrije wijze hanteert.

Dankbaar
Het voelt alsof ze alles gezegd heeft wat ze wilde en moest zeggen. Dit is dan ook het moment waarop ze naar buiten wil treden, met dit magazine en in een expositie. Ze prikt een datum begin 2021. Zij is 70 jaar, haar dochter 40, haar zoon 30 en samen zijn die ook drie maanden lang 70. Een magisch getal 10 keer 7 … Misschien is het eenmalig, ze weet het niet, maar dat is nu niet belangrijk. Ze ervaart erkenning als een zeer relatief gegeven, iets dat ze niet nastreeft.

Else vindt dat ze altijd ruimte en gunstige omstandigheden heeft gehad om haar weg te gaan. Ook al lijkt het moeten omgaan met psychosen en manieën iets negatiefs, zo ervaart zij dat niet. Door haar psychische ziekte en het moederschap, ze was 29 toen haar dochter Breghje geboren werd, kwam ze in de sociale dienst. Ze heeft altijd tegenprestaties geleverd, zoals lesgeven op de school van haar dochter en later in het buurthuis. Ze deed sociale kunstprojecten met grote betrokkenheid tot de buurt waar ze woont. Zo had ze een basisinkomen en kon ze kunstenaar zijn. Ze is dankbaar.

‘Soms in een manie…’
Gelukkig Heb Ik Mijn Oor Nog
gemengde techniek op board, 70 x 100 cm, 2015
Connections Beyond Us
gemengde techniek op papier,
21 x 29,7 cm, 2019
‘Zoals in een storm papier
op haar af kwam waaien…’’
Frau Sei
collage op papier, 50 x 60 cm, 2016
Dank
woord
Else Kommers

Dank aan mijn gezin, familie, vrienden en iedereen die mijn pad gekruist heeft en nog kruist.
Jullie hebben het mogelijk gemaakt voor mij om nu te exposeren en dit Magazine uit te brengen, zelfs als het een keer schuurde leverde het weer een mooi gepolijst stukje op.
Dank voor al die welwillendheid die ik mocht en mag ontvangen van zoveel mensen.
Namen noemen doe ik niet, de lijst zou te lang zijn en onterecht zou ik namen kunnen vergeten. Ik zal niet ophouden te laten merken hoe belangrijk jullie voor me zijn.

Else Kommers

Het Denken

gemengde techniek,
acryl op board, 60 x 68 cm, 2017
Colofon

Redactie
Else Kommers
Hanneke Stuart

Fotografie
Frans van Dijk
Annemiek Boelhouwers
Archief Else Kommers

Lay-out
Annemiek Boelhouwers

Met medewerking van
Yvon Buriks
Breghje Kommers
Abel Tamata
Roselie Kommers
Ad de Haas

Online plaatsing
nxt-step360

Ervaring is een gids
die meer waard is
dan woorden van anderen.

Leonardo da Vinci